Met een pasgeboren baby is één ding in het leven in ieder geval zeker: vroeg of laat krijg je te maken met een kindje dat niet wil slapen. Ook kan het voorkomen dat je baby slecht slaapt, moeilijk wakker te krijgen is of heel onrustig in bed ligt. Met de juiste tips en tricks én met de nodige kennis over de slaapcyclus van kinderen kun je de nacht- en dagrust van je kleintje op een eenvoudige manier verbeteren.
Welke slaapproblemen kan een baby hebben?
Iedere baby gaat door een periode waarin hij of zij slechter slaapt. Het is goed om te weten dat baby’s alles wat zij meemaken verwerken in hun slaap. Dat is vergelijkbaar met volwassenen, al hebben baby's de eerste maanden nog niet dezelfde slaapfasen.
Een jong kindje dat van alles moet leren en waarbij alles nieuw is, heeft veel te verwerken en te leren, waaronder het opbouwen van een gezond slaapritme. Iedere nieuwe ontwikkeling in het leven van een baby heeft invloed op hoe goed hij of zij slaapt. Er is een aantal oorzaken te vinden waarom je baby slechter slaapt, of niet goed in slaap kan vallen:
- Slaapmaturaties: dit zijn momenten waarop je baby door grote ontwikkelingssprongen (terug) valt in slaapgedrag, om daarna weer vooruitgang te boeken met slapen. Een slaapmaturatie treedt op nadat er een nieuwe grote ontwikkeling in het leven van je baby heeft plaatsgevonden. Probeer altijd flexibel te zijn op dit soort momenten en met behulp van een vast bedritueel je baby te laten slapen. Werk niet met vaste bedtijden, maar met 'wakkertijden'.
- Afhankelijke slaapassociatie: heeft je baby moeite met in slaap vallen? Dit kan te maken hebben met afhankelijke slaapassociaties. Hierbij heeft je kindje jou, je partner of een voeding nodig om in slaap te vallen. Denk aan wiegen of zingen van een liedje voor het slapengaan. Ook de speen is een slaapassociatie en kan het slapen verstoren, als je baby deze nog niet zelf kan bedienen. Je baby is zo gewend aan zijn associatie, dat hij deze steeds nodig heeft om (weer) in te slapen, waardoor kortere slaapjes ontstaan of veelvuldig waken in de nacht. Daarom is het belangrijk om onafhankelijke slaapassociaties mee te geven.
- Oververmoeidheid: wanneer je baby oververmoeid is, kan hij of zij heel onrustig slapen of de slaap juist helemaal niet vatten. Dit komt omdat het lichaam van een baby het stresshormoon aanmaakt wanneer de baby oververmoeid is. Door dat hormoon slaapt hij of zij onrustig en slecht (in), maar bovenal loop je de kans op het ontstaan van negatieve slaapassociaties. 'Moeten slapen' voelt voor je kindje onplezierig, waardoor in slaap vallen de komende dagen (of soms zelfs weken) moeizaam blijft.
- Medische oorzaak: is je baby niet oververmoeid maar slaapt hij wel onrustig? Het kan zijn dat er in dat geval een medische oorzaak te vinden is. Misschien heeft je kindje een koemelkallergie of last van eczeem. Ook kan je kindje ziek zijn en bijvoorbeeld koorts hebben. Laat dit dus altijd controleren.
- Verkeerde slaapomgeving: let goed op de omgeving waarin je kindje slaapt. Je baby kan slecht slapen wanneer de kamer te koud of juist te warm is. Ook kan veel lichtinval ervoor zorgen dat je baby niet in slaap kan komen. Dit geldt voor kinderen ouder dan drie maanden die nog geen goed dag- en nachtritme hebben.
- Nare dromen: net als volwassenen hebben oudere baby’s nachtmerries. Wanneer je kindje een nare droom heeft gehad, zal hij onrustig slapen en na het wakker worden niet snel in slaap kunnen vallen. Baby’s zijn echter heel druk en lawaaiig in hun slaap. Dit komt doordat ze anders slapen, kortere slaaprondes maken (meer kans van waken en meer lichte slaap) en ruim de helft van hun slaap in de droomslaap verkeren. Door er naartoe te gaan als je denkt dat er wat is, stoor je juist de slaap van je baby. Doe dit dus alleen als je zeker bent dat je kindje echt wakker is.
- Niet moe genoeg: tot slot kan je baby slecht in slaap vallen wanneer hij of zij niet moe genoeg is. Pushen om tóch in slaap te vallen, kan dan averechts werken. Ieder kindje heeft een eigen slaapritme. Wat het ritme van jouw baby is, kom je op een gegeven moment in de opvoeding vanzelf achter.
Tips om een baby te laten slapen
Hoewel onrustig of slecht slapen bij iedere baby gebeurt, is het toch wel fijn om een aantal tips en tricks te kunnen hanteren om je kindje alsnog lekker te laten slapen. Dat is niet alleen voor je baby prettig, maar ook voor jullie als ouders. Om slaapproblemen bij baby’s te voorkomen en om je kindje goed in slaap te laten vallen en te laten slapen, kun je onderstaande tips opvolgen:
- Leg je baby in bed wanneer je merkt dat hij of zij moe is. Op die manier leert je baby om zelfstandig in slaap te vallen. Volg de slaapsignalen, maar weet dat deze zich ook moeten ontwikkelen en zeker bij een jonge baby niet altijd duidelijk zijn. Gebruik daarbij uiteraard je gezonde verstand, want gapen na wakker worden is 'de slaap uit hebben' en niet 'slaap hebben' bijvoorbeeld. Na een kort slaapje weet je dat baby eerder moe kan zijn en zo verder. Soms huilt je kindje nog even, maar dat geeft niets zolang het piepen en niet krijsen is. Wanneer je baby moe genoeg is en niet onrustig, zal hij alsnog snel in slaap vallen zonder hulp.
- Huilen is niet erg, maar voorkom dat je baby overstuur raakt. Jammeren mag, krijsen niet. Een kindje dat overstuur is valt zeker niet in slaap. Zing een liedje, maak wiegende bewegingen of aai je baby kalmerend over zijn hoofdje.
- Is je baby al iets ouder? Zorg dan voor een rustig bedritueel dat je iedere avond uitvoert. Een vaste volgorde (ook wanneer je kindje wakker wordt) zorgt voor regelmaat. Zo maak je het voorspelbaar, en weet je baby waar hij aan toe is en wat van hem wordt verwacht.
- Zorg ook voor een rustige leefomgeving zonder al te veel prikkels. Des te minder spanning, geluiden en prikkels een kindje voor het slapen ervaart, des te sneller hij of zij in slaap kan vallen en door kan slapen. Maar besef ook dat een baby overdag ook prikkels nodig heeft om moe te worden en zich te ontwikkelen. Bij te weinig prikkels blijft de moeheid langer achterwege.
- Vermijd het gebruik van je smartphone of tablet in de buurt van je baby. Het 'blauwe licht' van het beeldscherm kan van invloed zijn op de slaapkwaliteit van je baby. Dit geldt ook voor felle verlichting in de kamer of badkamer. Zelfs een nachtlampje kan storen: dim deze goed en maak gebruik van oranje-rood licht, nooit wit of blauw.
- Zorg voor een rustige slaapkamer met de juiste temperatuur. De beste temperatuur voor een babykamer ligt tussen de 16 en 18 graden. In de eerste paar weken mag de temperatuur iets hoger liggen: rond de 20 graden. Denk goed aan de laagjes, gebruik geen mutsje in bed. Pas het beddengoed aan het seizoen aan, en gebruik het liefste natuurlijke materialen. Voel altijd het lijfje: klam is te warm. Let ook op luchtvochtigheid en ventileer regelmatig.
Wat je moet weten over samen slapen met je baby
Om een goede band met je baby op te bouwen, is het belangrijk om vanaf de geboorte in de buurt van je kindje te zijn. Dit betekent ook dat je ervoor kunt kiezen om je baby in je buurt te hebben wanneer jullie slapen. Veel mensen kiezen ervoor om in één bed te slapen met hun kindje, maar vaak is dit uit nood. Hoe fijn dat ook voelt; voor je baby is het beter om een eigen bedje te hebben. Je baby is heel fragiel, zeker in de eerste maanden. Om ongelukken te voorkomen is het daarom beter om een eigen bedje te maken voor je kindje.
Wat je bijvoorbeeld wel kunt doen, is een zogeheten aanschuifbed aanschaffen of laten maken. Op die manier slapen jullie samen én in eigen bedden. Bij zo’n aanschuifbed hoort een hekje dat je omhoog kunt trekken wanneer jullie gaan slapen. Op die manier voorkom je dat je baby alsnog in jouw bed rolt.
Is je kindje wat ouder (ouder dan zes maanden) en wil je toch eens samen slapen? Maak dan je bed babyveilig door bijvoorbeeld te slapen zonder een dekbed. Zorg er ook voor dat je baby niet uit bed kan vallen en dat je een stevig matras hebt. Een traagschuimmatras of waterbed is bijvoorbeeld niet veilig voor zulke jonge kinderen. Veiligheid staat voorop in het leven van je baby, zie onder meer de website van VeiligheidNL voor goede tips.